Nieuwe collega's

Gepubliceerd op 19 maart 2020 om 15:00

Sinds deze week heb ik vier nieuwe collega’s. Vier is best veel. Normaal gesproken zou ik hun namen niet onthouden, maar in dit geval weet ik wel ongeveer wie wie is. Ik kende het bonte gezelschap ook al naast het werk. Eerlijk is eerlijk.

Eén van hen is senior, de rest is nog heel junior. Om hen wegwijs te maken in mijn organisatie, had ik bedacht de nieuwelingen in eerste instantie een beetje hun gang te laten gaan. Zelf ontdekken hoe alles reilt en zeilt. Daar kwam ik al snel op terug.

De senior, van wie ik het meest had verwacht, bleek zijn nieuwe baan wel heel serieus te nemen. Bij binnenkomst ging hij meteen de discussie aan over productieve tijd en werkplek. Och, meneer had zulk belangrijk werk. Klanten, paniek, hulpvragen. De werkende superheld beweerde de beste werkplek nodig te hebben. De campingtafel in de slaapkamer doopte hij om tot zijn domein.

Hij pikte bovendien mijn muis. Het lef van die nieuweling! Die muis was eigenlijk een met de Brabantse pest geïnfecteerde straatrat. Ik was vorige week ziek geweest én had gewerkt. Dat had de senior niet door en hij gaf me ook niet de ruimte om hem te waarschuwen. Volgende week zullen we dus zien wie de echte winnaar van deze werkplekcompetitie is.

De junior met het pittige karakter ging inderdaad op verkenning. Heel zelfstandig. Toen ik probeerde een skype-overleg te volgen, dwong hij mij om de mute-knop aan te klikken. Sterk in non-verbale communicatie deze jongeling. Daar was hij vast op geselecteerd. Zonder één woord te zeggen, wist hij kenbaar te maken dat hij ergens problemen mee had. Agressieve geluiden. Uit de koffiecorner. Ongezien verliet ik de virtuele stand-up om met eigen ogen te zien wat er loos was.

Het bleek een geval van miscommunicatie te zijn. ‘Ga maar lekker even spelen’, had hij geïnterpreteerd als ‘Haal jij even alle laden op schofthoogte leeg. Gooi alles over de tegelvloer. Óf als dat niet goed voelt; stop het dan in de magnetron. En als je tijd over hebt, lik dan nog een paar keer aan de ruitjes in de deuren.’ Ik snapte de verwarring.

Toen ik hem feedback wilde geven op zijn gedrag, hoestte hij. In mijn gezicht. Expres. Het respect van de jeugd van tegenwoordig is ver te zoeken.

Maar ik ben de flauwste niet, dus ik bood hem aan om mee te kijken met hoe ik mijn werk doe. Hij liet op zijn beurt zien, welke functies er op het toetsenbord zitten, die ik nog niet kende. Die had hij vast in zijn vorige baan geleerd. Er ging een wereld voor mij open. Tabbladen openden naast elkaar, menubalken gingen in rook op en wat ooit de letter ‘R’ was, was nu een teken dat ik niet kende. Toen ik hem vroeg wat hij had gedaan, keek hij mij aan alsof ik Chinees sprak. En hij hoestte nogmaals in mijn gezicht.

De vrouwelijke collega van het stel keek tegen mij op. Ze wilde precies weten hoe alles werkte en schroomde niet om mij om hulp te vragen. Het eerste uur was ik daarvan gecharmeerd. Maar ik was het toch vrij snel beu. Ze noemde me ook de hele tijd ‘mama’. Enerzijds schattig. Anderzijds vond ik dat best ver gaan, voor een collega.

‘Mama, mama, mama, kun jij mijn sokken goed doen?’ ‘Mama, mama kun jij de klei / stiften / loombandjes / puzzels / memorykaarten / pop / kleertjesvandepop / step / fiets / bal pakken?’ ‘Mama, mag ik fruit / drinken / soepstengel / koekje / weerfruit / tomaatjes?’ Zelfredzaamheid zat niet in haar examenpakket vermoed ik.

Dat vond ik trouwens sowieso wel opvallend. Het gebrek aan zelfredzaamheid. Zo waren alle nieuwe collega’s ervan uitgegaan dat de lunch inbegrepen was. Niemand had een broodtrommel bij zich. Schaamteloos begonnen zij rond 12 uur ook opmerkingen te maken over het uitblijven van de lunch.

Maar nog even over die collega in het ietwat te korte rokje. Zo’n type dat alleen maar leggings en prinsessenjurken draagt. Je kent ze wel, dat soort. Wat een roddeltante! Meerdere malen op haar eerste werkdag, kwam ze me storen om te klagen over de mannelijke collega’s. En opgeblazen verhalen waren het. #metoo. Niet normaal. Dan was er iemand op haar hoofd gaan staan. Een ander had haar gebeten in haar arm. En de senior had naar haar gesnauwd, toen ze ook hem dringend om hulp vroeg. Het is dat het zo’n leuk grietje is om te zien…

De laatste van de vier was redelijk afwezig. Hij had zich gestort op de instructievideo’s. Het leek erop alsof hij verslaafd was aan kennisvergaring. Maar ja, theorie en praktijk zijn natuurlijk twee verschillende dingen. Je kunt wel kijken naar een hond die een andere hond redt uit een brandende luchtballon, maar daarmee kun je het zelf nog niet. Ik wees hem verschillende keren op het belang van praktijkervaring, maar hij reageerde bot. Of gewoon niet.

Na een halve ochtend vond ik het welletjes. Ik zette de beamer uit en zei dat hij klaar was voor het echte werk. ‘Kom op, een beetje zelfvertrouwen jongen!’ Vervolgens kreeg ik urenlang verwijten naar mijn hoofd. Er was niet genoeg te doen. Hij vond het niet leuk. En hij was moe. Moe! Wat ben je dan voor medewerker? Als je op dag één al moe bent… ‘Waarom wilde je hier ook alweer werken?’ lag op het puntje van mijn tong. Ik slikte het maar in.

Na halve week thuiswerken, voel ik me bijna genoodzaakt om over te gaan naar preventieve maatregelen. Al die vergaderingen, opmerkingen en overleggen; ik kom helemaal niet aan écht werken toe! Voor alle vragen verwijs ik mijn nieuwe collega’s naar de lijst met frequently asked questions. Alleen als daar geen passend antwoord tussen staat (wat ik mij niet kan voorstellen), overweeg ik om in een persoonlijk gesprek te achterhalen welke hulpvraag er onder mijn team leeft.

Of ik neem het allemaal niet zo serieus. Dat is de andere optie. Want, ja, ik moet het er toch mee doen de komende weken. Maanden misschien wel. Met dit viertal. En het is en illusie om te denken dat zij zich gaan houden aan formele afspraken en regels. Ik moet er maar mee dealen, vrees ik. Mijzelf aanpassen aan hen in plaats van zij aan mij.

Om het een beetje leuk en behapbaar voor mezelf te maken, heb ik besloten overdag wat meer tijd aan teambuilding te besteden. Af en toe lekker dollen met de collega’s op de trampoline, samen naar een kookworkshop in de zandbak of ik organiseer een heisessie. Investeren in het team. En als alle collega’s moe gestreden zijn, claim ik de campingtafel en de rat. Go go team!

Reactie plaatsen

Reacties

Marianne
5 jaar geleden

Één woord.. geweldig....
genieten om zo’n verhaal te lezen....