Je krijgt er zoveel voor terug

Gepubliceerd op 23 juli 2019 om 21:47

‘No diving!’ Boos kijkt de Italiaanse badmeester me aan. Hij is 16, maar neemt zijn taak serieus. Duiken? Ik kan niet eens duiken. Ik maakte een bommetje om indruk te maken op twee kleuters. ‘I was jumping, not diving’, probeer ik nog ter verdediging. ‘No jumping!’, snauwt de puber streng.

Daar hang ik dan aan de zwembadrand. 10 seconden geleden was ik nog supercool. Nu voel ik me de kleuter van het stel. Het schaamrood op mijn wangen. Aangesproken op ontoelaatbaar gedrag. Oké, het slaat natuurlijk ook nergens op om rond je 40ste nog als een zak aardappelen het zwembad in te plonsen. Maar weet je, dat cliché van ‘je krijgt er zoveel voor terug’, dat is precies dit. Dit is de deal die bij het ouderschap hoort. Dat je weer even een idool bent. Blaakt van zelfvertrouwen. En dat je dingen mag doen waar je eigenlijk te oud voor bent.

Heel vaak kan ik die gift niet optimaal gebruiken. Doodzonde, want ik ben er wel heel goed in. In held zijn. Het is meer een gave dan een gift. Ik kan bijvoorbeeld als de beste kietelen. Maar overdag ben ik een brave werknemer. Ik betwijfel of mijn collega's het appreciëren als ik onverwacht hun oksels aanval.  

Aanvankelijk zal er een lachje ontsnappen, want de evolutie heeft bepaald dat het zinvol is dat je gaat lachen als iemand in het kuiltje onder je arm grabbelt. Maar ik voorspel dat die lach snel verdwijnt. Als sneeuw voor de zon. En wat zo gezellig begon, zal ontaarden in oprechte verbolgenheid. En dat klinkt toch minder leuk dan de slappe lach van een kleuter bij wie je precies hetzelfde doet.

Ook aan mijn kleurvaardigheden heb ik vrij weinig tijdens kantooruren. Echt jammer. Heb ik al die jaren als kind geoefend om binnen de lijntjes te kleuren. En nu kan ik het heel, heel erg goed en nu is niemand buiten mijn gezin ervan onder de indruk. Hoe gaaf zou het zijn als dat onderdeel uitmaakt van je beoordeling. ‘Oké Janneke, timemanagement is niet je sterkste kant, maar met de kwaliteit van je kleurplaten compenseer je dat gemis wel. Ga zo door.’

Wat ik ook heel goed kan, zo weten de afnemers mij te vertellen, is billen poetsen. Gisteren deed mijn zoon een keuring met een wc-papiertje. Hij zei dat ik het ‘perfect’ had gedaan. In tegenstelling tot anderen, van wie ik de namen niet zal noemen. Maar daar heb ik tijdens een werkdag ook niet zo gek veel aan. Dat wil ik ook helemaal niet. ‘Hey, Janneke, ik ben klahaaaaarrrrr!’

Er wringt dus iets. Het vat is behoorlijk volgelopen met dingen die ik niet kon of mocht doen. Werkweken of zelfs -maanden lang kon ik geen zandtaartjes bakken. Ook niet in de pauze. Ik kon niet oefenen met vlechten. Watergevechten waren een no-go-area. Als ik mij op kantoor verstopte, ging niemand mij zoeken. ‘Buutvrij’, fluisterde ik zachtjes bij het aanraken van de muur. Gekke dansjes bewaarde ik voor in het fietsenhok.

De ontlading komt in de vakantie en het had niet veel langer moeten duren. Ik wil weer even een held zijn. Dus, meneer de badmeester, eat this. Ik kan mijn fans niet teleurstellen. Ik neem een aanloop en geef alles. Hier komt la mama met la bomba! Daar heb ik recht op, is mij verteld.  

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.