De kerstvakantie. Ik was eraan toe. Wij waren eraan toe. Maar waaraan toe dan precies? Dat is een vraag die de afgelopen dagen door mijn hoofd speelde. Want dít was in ieder geval niet waar ik aan toe was. Vier tot vijf mensen in een kleine ruimte en geen ontsnappingsmogelijkheid. Een escaperoom zonder oplossing.
Ik denk dat ik toe was aan het te romantische beeld van een kerstvakantie. Lekker ontspannen. Kaarsjes aan, muziek erbij. Samen kletsen, spelen en lachen. Mijn eigen kaarsje was echter vrij snel gedoofd. Wel brandde er vuur in mijn hoofd. Niet het goede soort. Toen ik een tondel ontstak, verscheen er een schim van mezelf, vorig jaar, roepend: ‘Volgend jaar ga ik wel werken; dat vind ik veel leuker dan dit!’ Maar een jaar blijkt lang genoeg om dat soort voornemens te vergeten.
Het is niet zo dat ik mijn best niet deed. Ik houd niet zo van spelletjes, maar ik vermande me. Bingo, schaken, kwartet, kezen: alles deed ik mee. De activiteit op zich is prima. Maar ik ervaarde dat verliezen de kerstgedachte niet ten goede komt. En er verliest altijd iemand. We deden ook ontelbaar keren een spel dat ik nog steeds niet helemaal begrijp: het wij-trekken-alles-uit-alle-kasten-en-mama-ruimt-het-daarna-op-spel. Geen leuk spel, omdat ik nooit won.
De weersomstandigheden hielpen ook niet mee. Ook de lucht leek te huilen. Regen, oneindig veel regen. ‘Kom, we gaan even een rondje lopen door de wijk’, probeerde ik. Glazige blikken van mij, naar buiten en weer naar mij. ‘Ga jij maar lekker een rondje lopen, mama, wij kunnen wel even alleen thuisblijven.’ Wat attent.
Nadat we onze vijfde cake van die week hadden gebakken, kwam de standaardvraag: ‘En, wat gaan we nou doen mama?’ Vermaak mij, gij knecht. En zo geschiedde uiteraard. En zo bleef die vraag ook terugkeren. De binnenspeeltuin had ik nog wel onthouden uit mijn voornemenslijstje van het jaar daarvoor. Daar werd het leven zeker uit je gezogen. Ik bedacht alternatieve creatieve en sportieve activiteiten. Een betere keuze. Ik moest alleen vooral niet denken dat ik kon toekijken hoe er geklommen, gebouwd en geschilderd werd. Ik was niet ingehuurd om stil te zitten met een kopje koffie en een boekje. Hoe is het?!
Een kleine ontsnapping waren de hardlooprondjes en de bootcamptrainingen. Even geen vragen, ruzie en speelgoed om me heen. Dat ik niet de enige was die trainen als uitlaatklep gebruikte, werd duidelijk toen de trainster over een ouder-kindtraining begon. Leuk samen sporten. De paniek in de ogen van mijn bootcampmaatje sprak boekdelen: ‘Mét kinderen?! Nee dan kom ik zeker niet!’
Het was niet alleen maar kommer en kwel. Maar wel best veel. Nu zit ik weer in mijn kantoor. Alleen. Ik kijk naar buiten. Wat was ik hieraan toe.
Reactie plaatsen
Reacties